IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Oudgrieks
Eisma
Euripides 2021 Basiswoorden
Blok 14 (Hfdst. 5, d/e)
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Oudgrieks
Nederlands
θρασύς / θρασέος
=
onverschrokken
ἔπειτα
=
daarna / vervolgens / dan
παραδίδωμι
=
overleveren / overgeven
φέρω / fut. οἴσω aor. ἤνεγκον
=
dragen / brengen
ἔνδον (bijw.)
=
binnen
φυλάττω
=
bewaken / de wacht houden
λύω
=
losmaken
ὅταν (
=
ὅτε ἄν) + conj.
ἡ βάκχη
=
bacchante
καλέω / aor. ἐκάλεσα aor. pass. ἐκλήθην
=
roepen / (+ 2 acc.) noemen
ἵσταμαι / aor. ἔστην perf. ἕστηκα
=
gaan staan / blijven staan
πλησίον (bijw.)
=
dichtbij
πάρειμι
=
aanwezig zijn / bijstaan
φανερός
=
duidelijk
ἀσεβής / ἀσεβοῦς
=
goddeloos / zonder ontzag
καταφρονέω + gen.
=
minachten
δέω
=
(vast)binden / gevangen zetten
σώφρων / σώφρονος
=
verstandig / wijs / bezonnen / beheerst / ingetogen
ζήω
=
leven
οὐδε
=
en niet / ook niet / zelfs niet
τὸ ὄνομα / ὀνόματος
=
naam
χωρέω
=
gaan
ἐπί / ἐπ' / ἐφ'+ dat.
=
aan / bij
κτάομαι
=
(zich) verwerven
κέκτημαι
=
ik bezit (perf. van κτάομαι)
τοι
=
let wel
ἀδικέω
=
onrecht doen / onrecht- vaardig (be)handelen