Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Spaans Nederlands
  • la casita = het huisje
  • el camino = de weg
  • el bolígrafo = de balpen
  • las horas de apertura = de openingstijden
  • el impuesto = de belasting
  • la compañera /el compañero = de collega (vr./mnl.)
  • el documento de identidad = het identiteitsbewijs
  • el carnet de conducir = het rijbewijs
  • el certificado de la matrícula del coche = het kentekenbewijs
  • el veterinario = de dierenarts
  • la compañía de seguros = de verzekeringsmaatschappij
  • la clínica = de kliniek
  • la policía = de politie
  • un huevo = een ei
  • europeo = Europees
  • un sello = een postzegel
  • la carta verde = de groene kaart
  • el camping card internacional = de internationale camping card
  • la secretaría del ayuntamiento = de secretarie van de gemeente
  • un pasaporte médico = een medisch paspoort
  • un pasaporte para animales = een dierenpaspoort
  • un certificado de vacunación = een inentingsbewijs
  • una declaración por escrito = een schriftelijke verklaring
  • el Real Touring Club = de A.N.W.B.
  • Holandés = de huisarts
  • el médico de cabecera = Schrijft u het even op, a.u.b.
  • Escríbalo, por favor. = Gaat u maar naar ..
  • Vaya usted a .. = Zegt u hem maar dat hij me
  • Dígale que me llame. = moet bellen.
  • Sirve para…/ Es para… = Het dient om te…/Het is om te…