IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Spaans
De Uitgeversgroep
Spaans A1 SPA A1 HTR
A1 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
SPA A1, Vocabulario 9
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Spaans
Nederlands
Hace solol
=
De zon schijnt
Hace mal tiempo
=
Het is slecht weer
Hace buen tiempo
=
Het is mooi weer
Hace frío
=
Het is koud
Hace calor
=
Het is warm
Hace 20 grados
=
Het is 20 graden
Hace viento
=
Het waait
Esta soleado
=
Het is zonnig
Esta nublado
=
Het is bewolkt
Esta despejado
=
Het is onbewolkt
Esta medio nublado
=
Het is half bewolkt
Hay tormenta
=
Het onweert
Hay lluvia / Llueve
=
Het regent
Hay chubascos
=
Er zijn buien
Hay niebla
=
Er is mist
Nieva
=
Het sneeuwt
Hiela
=
Het vriest
Llevar un jersey a rayas
=
Een gestreepte trui dragen
Llevar zapatos negros
=
Zwarte schoenen dragen
Llevar una falda de color negra
=
Een zwarte rok dragen
Llevar un pantalón a cuadros
=
Een geruite broek dragen
azul
=
blauw
Marrón
=
Bruin
Amarillo/-a
=
Geel
Gris
=
Grijs
Verde
=
Groen
Naranja
=
Oranje
Violeta
=
Paars
Rojo/-a
=
Rood
Rosa
=
Roze
Blanco/-a
=
wit
Negro/-a
=
Zwart