Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Spaans Nederlands
  • sofá = de bank
  • comprender = begrijpen
  • chips = de chips
  • pensar = denken
  • internet = het internet
  • cocina = de keuken
  • mirar = kijken
  • vacío/a = leeg
  • estar = liggen
  • abierto/a = open
  • horario de atención = de openingstijden
  • entender = snappen
  • hasta = tot
  • hora = het uur
  • saber = weten
  • bolsa = de zak
  • ganas = zin
  • lunes = maandag
  • martes = dinsdag
  • miércoles = woensdag
  • jueves = donderdag
  • viernes = vrijdag
  • sábado = zaterdag
  • domingo = zondag
  • en la mañana = 's ochtends
  • en la tarde = 's middags / 's avonds
  • en la noche = 's nachts