Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Spaans Nederlands
  • adoptar = adopteren
  • automático/a = automatisch
  • determinar = bepalen
  • existir = bestaan
  • además = bovendien
  • parcialmente = deels
  • uno/a = de ene
  • promedio = gemiddeld
  • abuelo/a = de grootouder
  • matrimonio = het huwelijk
  • amor = de liefde
  • soltero/a = ongetrouwd
  • educación = de opvoeding
  • pareja = de partner
  • convivir = samenwonen
  • divorciarse = scheiden
  • permanentemente = steeds
  • actualmente = tegenwoordig
  • evidente = vanzelfsprekend
  • cambiar = veranderen
  • antiguamente = vroeger
  • ley = de wet
  • cuidado = de zorg