Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Spaans Nederlands
  • aceptar = aannemen
  • servicial = behulpzaam
  • disponible = beschikbaar
  • turno, el = de dienst
  • flexible = flexibel
  • a tiempo completo = fulltime
  • buenos días = goedemorgen
  • productos = de goederen
  • diligente = ijverig
  • ciertamente = jazeker
  • calidad = de kwaliteit
  • cargar = laden
  • descargar = lossen
  • almacén = het magazijn
  • gerente = de manager
  • empleado/a = de medewerker
  • minucioso/a = nauwkeurig
  • deliberar = overleggen
  • tomar = overnemen
  • recursos humanos = personeelszaken
  • entrevista de trabajo = het sollicitatiegesprek
  • postular = solliciteren
  • tarea = de taak
  • pues… = tja
  • ejemplo = het voorbeeld
  • independiente = zelfstandig