Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Spaans Nederlands
  • el acontecimiento = de gebeurtenis
  • alguna vez = ooit
  • a lo largo de = gedurende / in de loop van
  • aislado = afgezonderd
  • la costumbre = de gewoonte / het gebruik
  • casi = bijna
  • la censura = de censuur
  • conquistar = veroveren
  • consecuentemente = als gevolg / derhalve
  • constantemente = voortdurend
  • considerar = beschouwen
  • cuidar = verzorgen
  • la dictadura = de dictatuur
  • durante = tijdens
  • después de = na
  • detener = gevangen zetten / aanhouden
  • emigrar a = emigreren naar
  • en primer lugar = in de eerste plaats
  • la época = het tijdperk / de periode
  • el gobierno = de regering
  • la huella = het spoor / de afdruk
  • la libertad = de vrijheid
  • los medios de comunicación = de media
  • la medida = de maatregel
  • la prueba = de proef / het bewijs
  • el patio = de patio / de binnenplaats
  • urbano = stads / stedelijk
  • poderoso = machtig
  • pronto = spoedig
  • quizá = misschien
  • suficiente = genoeg
  • sufrir hambre = honger lijden
  • la vida cotidiana = het dagelijks leven
  • vigilar = bewaken
  • prohibido = verboden